Veelgestelde vragen over HPV en voorstadia van baarmoederhalskanker

Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.

Naar colofon
Opslaan

HPV kan baarmoederhalskanker en het voorstadium van baarmoederhalskanker (CIN) veroorzaken. Wil je meer weten over HPV, het bevolkingsonderzoek, de uitslag van het uitstrijkje (Pap-uitslag), vaccinatie of voorstadia van baarmoederhalskanker? Je vindt de antwoorden hier. Goed om te weten: ze zijn gecontroleerd door artsen en deskundigen. 

Vragen over besmetting met HPV (humaan papillomavirus) 

  1. Wat is HPV? En hoeveel soorten HPV zijn er? 
  1. Hoe vaak komt een HPV-infectie voor? 
  1. Hoe raak je besmet met HPV? 
  1. Welke klachten heb je van een HPV-infectie? 
  1. Hoe raak je HPV kwijt? En wat gebeurt er als je het niet kwijt raakt? 
  1. Hoe groot is de kans dat mijn lichaam HPV zelf opruimt? 
  1. Wat kan ik doen om mijn lichaam te helpen HPV op te ruimen? 
  1. Ik gebruik medicijnen die mijn afweersysteem onderdrukken. Heeft dit invloed op een HPV-infectie? 
  1. Kan ik ook baarmoederhalskanker krijgen als ik geen HPV heb? 
  1. Ik heb een HPV-infectie. Hoe groot is de kans dat ik baarmoederhalskanker krijg? 
  1. Ik heb een HPV-infectie. Heb ik daardoor meer kans om baarmoederhalskanker te krijgen en andere vormen van kanker? 
  1. Ik heb al jaren een HPV-positief uitstrijkje. Is dit ernstig? 
  1. Ik heb HPV en wil zwanger worden. Is dat een probleem?

Lees de antwoorden op deze vragen.

Vragen over HPV-infectie en seks 

  1. Kun je ook HPV krijgen zonder seksueel contact? 
  1. Ik heb bijna nooit seks gehad. Kan ik met HPV besmet zijn? 
  1. Moet ik mijn (ex-)bedpartner vertellen dat ik HPV heb? 
  1. Ik heb in het verleden altijd goede uitstrijkjes gehad en al jaren geen seks meer. Kan ik dan alsnog een HPV-infectie hebben? 
  1. Hoe kan ik HPV hebben in een (langdurige) monogame relatie? Is mijn partner vreemdgegaan? 
  1. Kunnen mijn partner en ik elkaar blijven herbesmetten met HPV? 
  1. Hoe kan ik voorkomen dat mijn partner en ik elkaar blijven besmetten?

Lees de antwoorden op deze vragen.

Vragen over HPV-vaccinatie 

  1. Ik heb een HPV positief uitstrijkje. Is een HPV-vaccinatie zinvol? En maakt het dan nog uit of ik alleen HPV heb, of ook (licht) afwijkende cellen? 
  1. Uit mijn uitstrijkje blijkt dat ik geen HPV heb. Is een HPV-vaccinatie dan zinvol? 
  1. Ik heb een HPV-vaccinatie gehad. Moet ik dan nog meedoen aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker? 
  1. Waar vind ik informatie over de verschillende HPV-vaccins en de bijwerkingen? 

Lees de antwoorden op deze vragen.

Vragen over het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker en HPV 

  1. Op welke typen HPV wordt getest in het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker? 
  1. Sinds wanneer wordt er bij het bevolkingsonderzoek op HPV getest? 
  1. Hoe betrouwbaar is de HPV-test van het uitstrijkje? 
  1. Waarom wordt er bij mannen niet onderzocht of ze een HPV-infectie hebben? 
  1. Ik heb nog geen uitslag van mijn uitstrijkje, maar maak me zorgen. Is dat nodig? 
  1. Bij welke uitslag van het bevolkingsonderzoek is verder onderzoek nodig? 

Lees de antwoorden op deze vragen.

Vragen over de uitslag van het uitstrijkje 

  1. Wat is de Pap-uitslag? 
  1. Wat betekent de KOPAC-B uitslag? 
  1. Kan een Pap-uitslag snel veranderen? 

Lees de antwoorden op deze vragen.

Vragen over een afwijkend uitstrijkje  

  1. Wat is een afwijkend uitstrijkje? 
  1. Welke klachten komen veel voor bij een afwijkend uitstrijkje? 
  1. Hoelang duurt het totdat mijn afwijkende uitstrijkje zich ontwikkelt in kanker? 

Lees de antwoorden op deze vragen.

Vragen over vervolgonderzoek, behandeling en follow-up bij een afwijkend uitstrijkje 

  1. Ik heb afwijkende cellen in mijn uitstrijkje. Welke vervolgonderzoeken krijg ik? 
  1. Ik heb een colposcopie gehad. Wat betekent de CIN-uitslag? 
  1. Wat gebeurt er als de CIN-uitslag afwijkt van de Pap-uitslag? 
  1. Welke behandeling is mogelijk bij CIN2 en CIN3? 
  1. Ik krijg een lisexcisie of conisatie. Wat zijn de bijwerkingen en risico’s? 
  1. Ik krijg een lisexcisie of conisatie. Wat zijn de risico’s voor een zwangerschap? 
  1. Hoe vaak kun je een lisexcisie of conisatie krijgen? 
  1. Kan een lisexcisie gebeuren tijdens een zwangerschap? 
  1. Waarom wijkt de uitslag van het biopt soms af van de uitslag van de lisexcisie? 
  1. Waarom kan ik na behandeling nog steeds een afwijkend uitstrijkje hebben? 
  1. Kun je CIN-afwijkingen ook met een laserbehandeling verwijderen? 
  1. Ik twijfel over het behandelvoorstel. Wat kan ik doen? 

Lees de antwoorden op deze vragen.

Vragen over adenocarcinoom in situ (AIS) 

  1. Wat is een adenocarcinoom in situ (AIS)? 
  1. Ik heb een lisexcisie of conisatie gehad en nu blijkt dat ik een adenocarcinoom in situ (AIS) heb. Hoe groot is de kans dat dit kanker wordt? 
  1. Hoe ziet de behandeling eruit bij AIS? 
  1. Wat te doen als de snijranden niet schoon zijn bij AIS? 

Lees de antwoorden op deze vragen.

 

Vragen over besmetting met HPV (humaan papillomavirus)

 

1. Wat is HPV? En hoeveel soorten HPV zijn er?

HPV (humaan papillomavirus) is een erg besmettelijk virus dat heel soms kanker kan veroorzaken. 
 
Er zijn meer dan 100 typen HPV. Veertien daarvan noemen we hoog-risico-HPV (hrHPV). Van deze typen hrHPV kun je kanker krijgen, zoals baarmoederhalskanker, anuskanker of  vaginakanker. Vooral infecties met HPV 16 en 18 zorgen voor een grotere kans op baarmoederhalskanker. 

2. Hoe vaak komt een HPV-infectie voor?

Heel vaak. Ongeveer 8 van de 10 mensen raken in hun leven een keer besmet met HPV. Meestal ruimt je lichaam het zelf op. Een HPV-infectie komt even vaak voor bij mannen als bij vrouwen.  

3. Hoe raak je besmet met HPV?
HPV krijg je door seksueel contact met iemand die HPV heeft. Daaronder valt ook orale of anale seks. Het virus wordt overgedragen via de penis, vagina, de huid, de handen en de mond.  

Bijna iedereen die seksueel actief is, heeft weleens een HPV-infectie gehad. 

4. Welke klachten heb je van een HPV-infectie?
Van een infectie met HPV krijg je meestal geen klachten. Je merkt zelf dus niet dat je besmet bent.   

5. Hoe raak je HPV kwijt? En wat gebeurt er als je het niet kwijtraakt?
Je lichaam ruimt HPV meestal zelf binnen 2 jaar weer op. Als dit niet gebeurt, kunnen er afwijkende cellen in je baarmoederhals ontstaan. Als de afwijkende cellen niet worden behandeld, kunnen ze veranderen in baarmoederhalskanker. Dat gebeurt meestal heel langzaam en kan wel 15 jaar duren. 

6. Hoe groot is de kans dat mijn lichaam HPV zelf opruimt?
Bij 99 van de 100 vrouwen ruimt het lichaam een HPV-infectie vanzelf weer op. Het duurt meestal 1 tot 2 jaar voordat het virus helemaal weg is.

7. Wat kan ik doen om mijn lichaam te helpen HPV op te ruimen?
Er is geen medicijn of behandeling om HPV beter of sneller uit je lichaam te krijgen. Rook je? Stop dan met roken, zodat je lichaam gemakkelijker een HPV-infectie kan opruimen. Je vermindert dan de kans dat je baarmoederhalskanker krijgt.   

8. Ik gebruik medicijnen die mijn afweersysteem onderdrukken. Heeft dit invloed op een HPV-infectie?
Ja, dat kan invloed hebben. Er is dan een grotere kans dat je lichaam de HPV-infectie niet zelf kan opruimen en dat er afwijkende cellen in je baarmoederhals ontstaan. Vaak krijg je dan het advies om twee keer per jaar een uitstrijkje te laten maken. Als je dan afwijkende cellen hebt, ben je er sneller bij.   

9. Kan ik ook baarmoederhalskanker krijgen als ik geen HPV heb?
Ja, dat kan. Maar de kans daarop is heel erg klein. HPV is namelijk bijna altijd (in 99,5% van de gevallen) de oorzaak van baarmoederhalskanker.   

10.  Ik heb een HPV-infectie. Hoe groot is de kans dat ik baarmoederhalskanker krijg?
De kans dat een langdurige HPV-infectie zorgt voor baarmoederhalskanker is minder dan 1%. Wanneer je de infectie maar kort hebt gehad, is deze kans nog kleiner. Bijna iedereen heeft een keer in zijn leven een HPV-infectie, maar weinig vrouwen krijgen baarmoederhalskanker. Meestal ruimt je lichaam HPV binnen 2 jaar zelf op.

11.  Ik heb een HPV-infectie. Heb ik daardoor meer kans om baarmoederhalskanker te krijgen en andere vormen van kanker?
De kans dat je kanker krijgt van een HPV-infectie is klein. In heel Nederland krijgen er elk jaar 1.100 vrouwen en 400 mannen kanker door een HPV-infectie. Als HPV kanker veroorzaakt, dan is dat meestal baarmoederhalskanker. Maar HPV kan ook kanker veroorzaken op andere plekken waar slijmvliezen zitten. Zoals in de vagina, anus, schaamstreek, aan de penis, in de mondholte, in de keel en in de slokdarm. 
 
HPV zorgt voor besmetting op één plek. Het virus zit dus niet in je hele lichaam. Je lichaam ruimt het virus bijna altijd zelf weer op. Daardoor is de kans op andere soorten kanker dan baarmoederhalskanker bij een HPV-positief uitstrijkje klein. 

12.  Ik heb al jaren een HPV-positief uitstrijkje. Is dit ernstig?
Dat hangt ervan af of er ook afwijkende cellen ontstaan in de baarmoederhals. Zitten er in  jouw uitstrijkjes geen afwijkende cellen? Dan voorkomt jouw afweersysteem blijkbaar dat er afwijkende cellen ontstaan. De aanwezigheid van HPV is dan geen probleem.  

13.  Ik heb HPV en wil zwanger worden. Is dat een probleem?
Nee, een HPV-besmetting hoeft een zwangerschap niet in de weg te zitten. Meestal weet je ook niet dat je besmet bent als je zwanger probeert te worden. Ook als je wel weet dat je besmet bent met HPV, is het niet gevaarlijk om zwanger te raken. Er is dan ook geen reden om op HPV te testen voordat je probeert zwanger te worden.

Meer informatie over HPV kun je hier vinden:

Heb je nog vragen over HPV? Dan kun je ook terecht bij de volgende patiëntenorganisaties:  

 

Vragen over een HPV-infectie en seks 

 

14.  Kun je ook HPV krijgen zonder seksueel contact?

Nee, HPV wordt overgedragen via seksueel contact zoals seks, pijpen, beffen, anale seks of ander seksueel contact. HPV wordt dan overgedragen via de vagina, penis, handen, huid en mond. Besmetting via handdoeken, scheermesjes, wc-brillen of deurkrukken is niet aangetoond. Cellen met HPV kunnen namelijk niet lang genoeg leven buiten het lichaam.  

15.  Ik heb bijna nooit seks gehad. Kan ik met HPV besmet zijn?
Ja, het virus is erg besmettelijk. Na één keer vrijen zonder condoom met iemand die besmet is, heb je 50% kans dat je ook besmet bent. Als je een condoom hebt gebruikt, is de kans kleiner, maar niet nul. Het virus wordt ook overgedragen via handen, huid en mond. Een condoom beschermt dus niet helemaal.    

16.  Moet ik mijn (ex-)bedpartner vertellen dat ik HPV heb?
Dat is niet nodig. Bijna iedereen krijgt een keer HPV. Meestal ruimt het lichaam het virus vanzelf weer op.   

17. Ik heb in het verleden altijd goede uitstrijkjes gehad en al jaren geen seks meer. Kan ik dan alsnog een HPV-infectie hebben?
Ja, een HPV-infectie kan lange tijd slapend (latent) aanwezig zijn. De besmetting is dan al langer geleden gebeurd. Deze latente infectie kan opvlammen en actief worden. Als dat gebeurt, is de infectie wel in het bevolkingsonderzoek op te sporen. Hoe vaak dat voorkomt weten we niet precies. Eens in de zoveel tijd een uitstrijkje laten maken kan dus verstandig zijn, ook al heb je geen seks.  

18.  Hoe kan ik HPV hebben in een (langdurige) monogame relatie? Is mijn partner vreemdgegaan? 
Dat je nu HPV hebt, betekent niet dat je partner is vreemdgegaan. De HPV kan er al zitten vanaf toen jullie elkaar leerden kennen. Of het kan zijn dat jij en je partner elkaar om de beurt infecteren (zie het antwoord op vraag 19).   

Veel mensen raken besmet bij een van hun eerste seksuele contacten. Een HPV-infectie kan lange tijd slapend (latent) aanwezig zijn. Tijdens het bevolkingsonderzoek wordt HPV dan niet gevonden, omdat er maar een heel kleine hoeveelheid HPV aanwezig is. Maar deze latente infectie kan opvlammen en actief worden. Dan is de infectie wel weer in het bevolkingsonderzoek op te sporen.

19.  Kunnen mijn partner en ik elkaar blijven herbesmetten met HPV?
Ja, dat kan, maar dat is niet gevaarlijk. Hebben jij en je partner alleen seks met elkaar? En heb jij de HPV-infectie opgeruimd? Dan herkent jouw lichaam een nieuwe besmetting met hetzelfde HPV-type door jouw partner. Je lichaam ruimt de infectie dan meestal binnen 2 jaar weer op. Andersom geldt dit ook.    

20.  Hoe kan ik voorkomen dat mijn partner en ik elkaar blijven besmetten?
Heb je seksueel contact met één vaste partner? Dan is herbesmetting vaak niet te voorkomen. Een periode met condooms vrijen zorgt er niet altijd voor dat jullie HPV  kwijtraken. Een condoom beschermt namelijk niet helemaal tegen een herbesmetting. Gelukkig kan je lichaam het virus meestal zelf opruimen en veroorzaakt HPV maar heel zelden kanker (zie ook het antwoord op vraag 19).

Heb je seksueel contact met wisselende partners? Dan is het verstandig om een condoom te gebruiken bij seksueel contact. Een condoom beschermt niet 100%. Dat komt omdat het virus in en rond de vagina zit, en op en rond de penis. Tijdens het vrijen kan het virus ook op andere plekken komen, bijvoorbeeld aan de handen en in de mond. De kans dat je besmet raakt, is wel 70% kleiner als je altijd een condoom gebruikt. Condooms kunnen dus veel besmettingen voorkomen.

 

Vragen over HPV-vaccinatie

 

21.  Ik heb een HPV-positief uitstrijkje. Is een HPV-vaccinatie zinvol? En maakt het dan nog uit of ik alleen HPV heb, of ook (licht) afwijkende cellen?
Of vaccinatie zinvol is, hangt af van je persoonlijke situatie. Bespreek dit met je huisarts of gynaecoloog.  

Goed om te weten: heb je een HPV-infectie? Of afwijkende cellen door een HPV-infectie? Dan zorgt vaccinatie er niet voor dat de HPV-infectie sneller verdwijnt. 

Zie voor meer informatie:   

22.  Uit mijn uitstrijkje blijkt dat ik geen HPV heb. Is een HPV-vaccinatie dan zinvol?
Ja, misschien wel. Als je je laat vaccineren, bescherm je jezelf (en anderen) tegen langdurige infecties met HPV 16 en HPV 18. Deze typen leiden het vaakst tot kanker. Daarmee beschermt het vaccin tegen 6 kankersoorten die je als vrouw door HPV kunt krijgen: 

  • baarmoederhalskanker 
  • kanker van de mond- en keelholte 
  • schaamlipkanker 
  • anuskanker 
  • vaginakanker 

Deze soorten kanker kunnen ook door iets anders komen dan door HPV. Komt kanker door iets anders? Dan beschermt de HPV-vaccinatie daar niet tegen. 

Er zijn nog andere soorten HPV waar je kanker van kunt krijgen. Hier beschermt het vaccin minder goed of niet tegen.  

Of vaccinatie zinvol is, hangt af van je persoonlijke situatie. Bespreek dit met je huisarts of gynaecoloog.  

23. Ik heb een HPV-vaccinatie gehad. Moet ik dan nog meedoen aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker?
Ja, ook na vaccinatie blijft het belangrijk om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Het vaccin beschermt namelijk niet voor 100% tegen baarmoederhalskanker.  

 24. Waar vind ik informatie over de verschillende HPV-vaccins en de bijwerkingen?
Er zijn drie geregistreerde HPV-vaccins: Cervarix®, Gardasil® en Gardasil 9®. Het RIVM heeft een factsheet met informatie over de verschillende typen HPV waar deze vaccins tegen beschermen. Bij het Rijksvaccinatieprogramma wordt het Cervarix® vaccin aangeboden. 

 HPV-vaccins kunnen tijdelijk milde bijwerkingen geven, zoals slaperigheid, hoofdpijn of plaatselijke reacties zoals roodheid, zwelling en pijn op de plek waar je geprikt bent.  

De RIVM factsheet vind je hier: HPV-vaccinatie | LCI richtlijnen.

Zie voor meer informatie over de bijwerkingen van vaccins: 

 

Vragen over het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker en HPV 

 

25.  Op welke typen HPV wordt getest in het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker?
Bij het bevolkingsonderzoek wordt alleen getest op HPV-typen die een hoog risico op baarmoederhalskanker geven (hrHPV). Dit zijn in totaal 14 typen. Hieronder vallen ook type 16 en 18. Deze typen zijn de belangrijkste veroorzakers van baarmoederhalskanker. Dit zijn ook de typen waartegen wordt gevaccineerd in het vaccinatieprogramma.

Daarnaast wordt getest op HPV 31, -33, -35, -39, -45, -51, -52, -56, -58, -59, -66 en -68.   

26. Sinds wanneer wordt er bij het bevolkingsonderzoek op HPV getest?
Sinds 2017 wordt er standaard onderzoek naar HPV gedaan bij het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Voor 2017 werd er alleen naar afwijkende cellen gekeken.   

27.  Hoe betrouwbaar is de HPV-test van het uitstrijkje?
De HPV-test is heel betrouwbaar. De test heeft een gevoeligheid van ruim 95% om bij vervolgonderzoek ernstige voorstadia van baarmoederhalskanker op te sporen.   

28.  Waarom wordt er bij mannen niet onderzocht of ze een HPV-infectie hebben?
Bij mannen is de kans dat een HPV-infectie voor een voorstadium van kanker zorgt veel kleiner dan bij vrouwen. Daarom worden mannen niet getest op HPV. Het is overigens wel mogelijk mannen te testen op HPV. Je huisarts kan je hier meer over vertellen.   

29. Ik heb nog geen uitslag van mijn uitstrijkje, maar maak me zorgen. Is dat nodig?
Er is gelukkig bijna nooit reden tot zorgen. Met het bevolkingsonderzoek zijn afwijkende cellen meestal tijdig op te sporen. Uiteindelijk krijgt maar 1 op de 100 vrouwen met een chronische HPV-infectie baarmoederhalskanker.   

Je ontvangt de uitslag van je uitstrijkje binnen 2 weken. Maak je je zorgen over de uitslag van je uitstrijkje? Of heb je vragen over de uitslag? Neem dan gerust contact op met je huisarts of gynaecoloog. Zij kunnen je vragen beantwoorden en je geruststellen.

Maak je je zorgen over HPV of de uitslag van je uitstrijkje? Dan kun je ook terecht bij de volgende patiëntenorganisaties:  

30. Bij welke uitslag van het bevolkingsonderzoek is verder onderzoek nodig?
Heb je HPV in je uitstrijkje (HPV-positief)? Dan is de kans op baarmoederhalskanker groter. De arts kijkt dan meteen of er ook afwijkende cellen in je uitstrijkje zitten. De uitslag van het cel-onderzoek heet de Pap-uitslag. 

  • Pap 1 betekent: er zijn geen afwijkende cellen. Verder onderzoek is nu niet nodig. Je krijgt na 12 maanden weer een uitstrijkje. 
  • Pap 2 of hoger betekent: er zijn afwijkende cellen. Van je huisarts hoor je wat de volgende stap is: een controle-uitstrijkje na 12 maanden of een verwijzing naar een gynaecoloog.

Blijkt uit je uitstrijkje dat je geen HPV hebt (HPV-negatief)? Dan heb je bijna geen kans op baarmoederhalskanker. Er is dan geen verder onderzoek nodig.

 

Vragen over de uitslag van het uitstrijkje 

 

31. Wat is de Pap-uitslag?
Zit er HPV in je uitstrijkje? Dan kijkt het lab ook meteen of er afwijkende cellen in het uitstrijkje zitten. De uitslag van het cel-onderzoek is de Pap-uitslag.

Deze Pap-uitslagen zijn mogelijk:   

Pap 0
Het uitstrijkje is niet te beoordelen. Je krijgt na 6 weken opnieuw een uitstrijkje.   

Pap 1
Er zijn geen afwijkende cellen gevonden. Na 12 maanden krijg je een oproep voor een nieuw uitstrijkje.   

Pap 2 of Pap 3a1
Er zijn licht afwijkende cellen gevonden. Als je besmet bent met HPV 16 of 18, krijg je een aanvullend onderzoek (colposcopie) bij de gynaecoloog. Bij andere typen HPV krijg je na 12 maanden opnieuw een uitstrijkje.   

Pap 3a2, Pap 4 en Pap 5
Er zijn afwijkende cellen gevonden. Hoe hoger de Pap-uitslag, hoe groter de kans dat je een voorstadium van baarmoederhalskanker hebt. Je krijgt een aanvullend onderzoek (colposcopie) bij de gynaecoloog. Of de arts een behandeling adviseert, hangt af van de uitslag van het aanvullende onderzoek.   

Goed om te weten: de HPV-uitslag en de Pap-uitslag roepen bij veel vrouwen onrust en angst op. Maar bij de meeste vrouwen is er geen sprake van kanker en ontstaat er ook geen baarmoederhalskanker.

32. Wat betekent de KOPAC-B uitslag?
Er bestaan 2 uitslagen voor het uitstrijkje: de Pap-uitslag en de KOPAC-B uitslag. De KOPAC-B is de medische, uitgebreide uitslag. De Pap-uitslag is eigenlijk een samenvatting of versimpeling van de KOPAC-B.  

De KOPAC-B uitslag staat in je medisch dossier. Je arts kan je uitleg geven. 

Zie voor meer informatie over de verschillende KOPAC-B uitslagen de tabel KOPAC-B codering | Richtlijnendatabase.nl. Let op: in de tabel staan veel medische termen. 

33. Kan een Pap-uitslag snel veranderen?
Een Pap-uitslag kan veranderen. Dat komt doordat het afweersysteem soms wat beter en dan weer wat minder goed de afwijkende cellen en het HPV kan opruimen. Soms ruimt het afweersysteem de afwijkende cellen wel op, maar HPV niet. Artsen begrijpen nog niet waarom dit zo is.    

Bovendien is de Pap-uitslag van een uitstrijkje niet 100% betrouwbaar. Hierdoor is de uitslag van een controle-uitstrijkje soms toch anders. Adviseert je arts om regelmatig een uitstrijkje te laten maken? Dan is het verstandig om dat advies op te volgen.

Vragen over de uitslag van je uitstrijkje? 
In de uitslag van een uitstrijkje staan veel medische begrippen. Als je hier vragen over hebt, neem dan contact op met de arts die het uitstrijkje heeft gedaan. Die kan jou uitleggen wat het precies betekent.

 

Vragen over een afwijkend uitstrijkje 

 

34. Wat is een afwijkend uitstrijkje?
Een afwijkend uitstrijkje betekent dat de cellen in het slijmvlies van de baarmoederhals afwijken van normale cellen. Dit kan wijzen op een voorstadium van baarmoederhalskanker: CIN. Dit is de afkorting voor cervicale intra-epitheliale neoplasie.  

35. Welke klachten komen veel voor bij een afwijkend uitstrijkje?
Klachten die kunnen passen bij een afwijkend uitstrijkje zijn: 

  • tussentijds bloedverlies 
  • bloedverlies na seks 
  • verandering in je afscheiding (bijvoorbeeld geur) 
  • pijn of een branderig gevoel in je schaamstreek 

Ga altijd naar je huisarts of gynaecoloog als je dit soort klachten hebt en ze niet binnen 2 weken overgaan.

Vaak geeft een positieve HPV-test of een afwijkend uitstrijkje helemaal geen klachten. Daarom is het belangrijk om altijd mee te doen aan het bevolkingsonderzoek. Dus ook als je geen klachten hebt. 

36. Hoelang duurt het totdat mijn afwijkende uitstrijkje zich ontwikkelt in kanker?
Ruimt je lichaam HPV niet op? Dan kan een HPV-besmetting zorgen voor een ernstige afwijking (CIN3). Het duurt meestal 10 tot 15 jaar voordat afwijkende cellen in het baarmoederhalsslijmvlies zich uiteindelijk ontwikkelen tot baarmoederhalskanker. Dit is ook de reden dat er soms een lange periode zit tussen de uitstrijkjes. Het lichaam moet de kans krijgen de afwijking op te ruimen. Als het lichaam dit niet kan, is een behandeling mogelijk.

 

Vragen over vervolgonderzoek, behandeling en follow-up bij een afwijkend uitstrijkje

 

37. Ik heb afwijkende cellen in mijn uitstrijkje. Welke vervolgonderzoeken krijg ik?
Als je een afwijkend uitstrijkje hebt, verwijst de huisarts je naar een gynaecoloog. Daar krijg je een colposcopie. 

Bij een colposcopie maakt de gynaecoloog de baarmoederhals nat met azijnzuur of met een soort jodium. Hierdoor zijn afwijkingen goed te zien. Daarna kijkt hij of zij de hele baarmoederhals goed na.  

Soms neemt de arts meteen ook een biopt van de baarmoederhals. Dat is een klein stukje weefsel uit de baarmoederhals. Het biopt wordt dan verder onderzocht in het laboratorium. 

 De uitslag van een biopt duurt meestal 1 tot 2 weken. 

Colposcopie

38. Ik heb een colposcopie gehad. Wat betekent de CIN-uitslag?
CIN is de afkorting van cervicale intra-epitheliale neoplasie. Dit betekent dat er in het slijmvlies van de baarmoederhals afwijkende cellen zitten. CIN is géén baarmoederhalskanker. De kans dat CIN overgaat in baarmoederhalskanker is heel klein.    

Er zijn 3 uitslagen mogelijk bij CIN: CIN1, CIN2 en CIN3. Hoe hoger het getal, hoe ernstiger de afwijking.  

Soms worden andere begrippen gebruikt:  

  • LSIL: laaggradige squameuze intra-epitheliale laesie. Dit is CIN1 en CIN2 samen. 
  • HSIL: hooggradige squameuze intra-epitheliale laesie. HSIL is hetzelfde als CIN3. 

CIN1 (of CIN I): Lichte afwijkingen 
Bij CIN1 is meestal geen behandeling nodig. Meestal verdwijnt deze afwijking vanzelf binnen 2 jaar. Na 12 maanden krijg je een controle-uitstrijkje om te kijken of de afwijking weg is.   

CIN2 (of CIN II): Matige afwijkingen
Bij CIN2 bespreekt de arts met je wat de beste optie is: behandelen met een lisexcisie of conisatie, of een controle-uitstrijkje over 12 maanden.   

CIN3 (of CIN III): Ernstige afwijkingen
Bij CIN3 adviseert de arts om je te laten behandelen met een lisexcisie of conisatie. De kans dat je lichaam de afwijking zelf opruimt, is namelijk een stuk kleiner. Bovendien kan CIN3 overgaan in baarmoederhalskanker.

In de uitslag van een biopt staan veel medische termen. Als je hier vragen over hebt, neem dan contact op met de arts die het biopt heeft afgenomen. Die kan jou uitleggen wat het precies betekent.  
 
Zie voor meer informatie: Voorstadium van baarmoederhalskanker (CIN) | Kanker.nl 

39. Wat gebeurt er als de CIN-uitslag afwijkt van de Pap-uitslag?
Dit komt vaker voor. Dan kijkt de arts vooral naar de CIN-uitslag van het biopt. Een biopt is namelijk betrouwbaarder dan een uitstrijkje.    

40. Welke behandeling is mogelijk bij CIN2 en CIN3?
De keuze van de behandeling hangt af van de CIN-uitslag en van jouw situatie. Bespreek met je gynaecoloog welke behandeling het beste bij jou past. 

Afwachten met controle-uitstrijkjes
Bij CIN2 kun je ervoor kiezen om af te wachten en het uitstrijkje na 6 maanden te herhalen. De uitslag bepaalt of je verder kunt afwachten met controle uitstrijkjes. Of dat je opnieuw een onderzoek van de baarmoederhals krijgt met soms een biopt.   

Lisexcisie
Bij CIN3 stelt de gynaecoloog meestal een lisexcisie (LETTZ) voor. Bij deze behandeling krijg je eerst een verdoving in je baarmoederhals. Daarna brandt de arts met een heet metalen lusje een stukje van je baarmoederhals weg. Van de lisexcisie zelf voel je meestal niets. Je mag dezelfde dag weer naar huis. De patholoog onderzoekt het verwijderde weefsel onder de microscoop. Na 1 tot 2 weken hoor je of het gelukt is om alle afwijkende cellen weg te halen. Dat is bijna altijd zo.

Zo gaat een lisexcisie

Conisatie
Is de afwijking te groot of ligt de afwijking dieper in de baarmoederhals? Dan kun je een conisatie krijgen. De arts snijdt dan een kegelvormig stukje weefsel weg. Voor deze operatie krijg je een ruggenprik of ga je onder narcose. Je mag dezelfde dag weer naar huis. 

Zo gaat een conisatie

Imiquimod (Aldara) crème
Soms kun je een CIN2 of CIN3 met imiquimod behandelen. Imiquimod is een crème die het afweersysteem stimuleert om de afwijkingen door de HPV-infectie op te ruimen. Je smeert de crème 2 of 3 keer per week op je baarmoederhals.   

Sommige vrouwen stoppen eerder met de behandeling vanwege bijwerkingen. De crème werkt niet bij iedereen. Meer dan de helft van de behandelde vrouwen heeft geen CIN meer wanneer de behandeling is afgerond. Als de crème bij jou niet werkt, kun je alsnog een lisexcisie of conisatie krijgen. 

Baarmoederverwijdering
Het verwijderen van de baarmoeder is heel soms een behandeloptie bij aanhoudende afwijkende cellen van de baarmoederhals. Dit is vaak niet de eerste keuze. Het verwijderen van de baarmoeder is een grote ingreep waarbij complicaties kunnen ontstaan. Of je in aanmerking komt voor het verwijderen van je baarmoeder kun je overleggen met je gynaecoloog.    

Zie voor meer informatie over behandelingen:  

41. Ik krijg een lisexcisie of conisatie. Wat zijn de bijwerkingen en risico’s?
Na een lisexcisie of conisatie kun je wat buikpijn hebben en bloed en slijm verliezen. De buikpijn is meestal na een dag over. Direct na de behandeling bestaat er een risico op een nabloeding. Dan moet de arts de wond opnieuw dichtmaken.    

Het bloedverlies en slijmverlies duren meestal niet langer dan 2 tot 3 weken. Goed om te weten: het bloedverlies kan na de eerste paar dagen erger worden. 

In de periode dat je bloed verliest na een lisexcisie of conisatie raden we je aan om geen seks te hebben, geen tampons te gebruiken, niet te baden of te zwemmen (douchen mag wel) en niet naar de sauna te gaan.    

42. Ik krijg een lisexcisie of conisatie. Wat zijn de risico’s voor een zwangerschap?
Krijg je een lisexcisie of conisatie? Dan heb je tijdens je zwangerschap een iets hogere kans op een te vroeg geboren baby. Iets hoger betekent in dit geval: ongeveer 5% hoger dan andere vrouwen. Hoe meer weefsel de arts tijdens de ingreep weghaalt, hoe groter de kans op een te vroeg geboren baby. Ook bestaat er een kleine kans op problemen rond de zwangerschap of de bevalling. Je arts kan je hier meer over vertellen. 

43. Hoe vaak kun je een lisexcisie of conisatie krijgen?
Het aantal keren dat je een lisexcisie of conisatie kunt krijgen, hangt af van twee dingen: 

  • Hoe groot de baarmoederhals was voordat je voor het eerst een lisexcisie of conisatie kreeg. 
  • Hoeveel weefsel er de eerdere keren is weggehaald.  

Sommige vrouwen kunnen 4 of 5 keer een lisexcisie krijgen. Voor anderen is er na 2 keer niet genoeg weefsel meer over om de behandeling te herhalen. 

Een conisatie kan wat minder vaak worden herhaald dan een lisexcisie. Bij een conisatie wordt er namelijk wat meer weefsel weggehaald.   

44. Kan een lisexcisie gebeuren tijdens een zwangerschap?
Een lisexcisie is veilig bij een zwangerschap. De ingreep gebeurt meestal tussen 12 en 30 weken zwangerschap. Er zijn weinig risico’s (vooral bloedverlies). 

45. Waarom wijkt de uitslag van het biopt soms af van de uitslag van de lisexcisie?
Bij een biopsie haalt de arts op een paar plekken een klein stukje weefsel weg. Bij een lisexcisie neemt de arts meer weefsel weg. Met biopten is de kans groter dat de arts net iets naast de afwijking zit. Dat geldt ook als de afwijking wat dieper zit. 

46. Waarom kan ik na behandeling nog steeds een afwijkend uitstrijkje hebben?
Na een lisexcisie of conisatie blijven er soms toch nog een paar afwijkende cellen achter. Of er kunnen opnieuw afwijkende cellen ontstaan. Daarom is het advies om 6 maanden na de behandeling het uitstrijkje te herhalen. 

47. Kun je CIN-afwijkingen ook met een laserbehandeling verwijderen?
Laserbehandeling van CIN-afwijkingen wordt in Nederland niet aangeraden. Een nadeel van deze behandeling is dat het verwijderde weefsel niet meer te onderzoeken is. Het is dus niet goed te controleren of alle afwijkende cellen zijn weggehaald. 

48. Ik twijfel over het behandelvoorstel. Wat kan ik doen?
Twijfel je over het behandelvoorstel, ga dan in gesprek met je behandelend arts of gynaecoloog. Tip: zet je vragen op papier en neem iemand mee naar het gesprek, bijvoorbeeld je partner of een goede vriendin. 
 
Twijfel je na het gesprek nog steeds over de voorgestelde behandeling? Dan kun je misschien een tweede mening (second opinion) aanvragen. Bespreek dit met je behandelend arts. Dokters vinden het geen enkel probleem als je ook nog in gesprek wil met een andere arts. Ze moeten jou hiervoor ook een verwijzing geven.

 

Vragen over adenocarcinoom in situ (AIS) 

 

49. Wat is een adenocarcinoma in situ (AIS)?
Bij adenocarcinoom in situ (AIS) van de baarmoederhals wijken de binnenste cellen van de baarmoederhals af van normale cellen. Deze binnenste cellen worden cilindercellen genoemd. AIS is een voorstadium van baarmoederhalskanker. 

Deze afwijkende binnenste cellen zijn op te sporen met een uitstrijkje of met een biopt.

Bij AIS wijken de cilindercellen af van normale cellen

50. Ik heb een lisexcisie of conisatie gehad en nu blijkt dat ik een adenocarcinoom in situ (AIS) heb. Hoe groot is de kans dat dit kanker wordt?
De kans dat een adenocarcinoom in situ (AIS) na een lisexcisie of conisatie met schone snijranden voor kanker zorgt is kleiner dan 1%.

51. Hoe ziet de behandeling eruit bij AIS?
De behandeling van een adenocarcinoom in situ (AIS) bestaat uit een conisatie, lisexcisie of baarmoederverwijdering. De arts doet bij AIS liever een conisatie dan een lisexisie. AIS ligt namelijk dieper in de baarmoederhals en is makkelijker te bereiken met een conisatie. Bovendien zijn de snijranden van een conisatie goed te beoordelen.

52. Wat te doen als de snijranden niet schoon zijn bij AIS?
Als de snijranden “positief” (niet schoon) zijn, dan zijn er soms hogerop nog afwijkende cellen aanwezig. Je blijft dan onder controle bij de gynaecoloog voor vervolgonderzoeken. Bij ongeveer 1 op de 6 vrouwen wordt bij vervolgonderzoek opnieuw AIS gevonden.  

Met een uitstrijkje of een colposcopie is AIS niet altijd op te sporen. Heb je geen kinderwens meer? Dan kan je overwegen om na een conisatie met positieve snijranden alsnog je baarmoeder te laten verwijderen.

Colofon

Met medewerking van:

Foto Cor de Kroon

Dr. Cor de Kroon

Gynaecoloog-oncoloog, LUMC

LinkedIn

Logo Stichting Olijf

Olijf

Patiëntenvereniging

Website

Logo Stichting Bekkenbodem4All

Stichting Bekkenbodem4All

Gemaakt door de redactie van kanker.nl

Laatste update: februari 2024