Nee. Ja.

Rustig aan hé, niet gelijk opstaan. Eerst even op de rand van het bed zitten. Nu kamerjas aan en langzaam de trap aflopen. Ja dat is een hele inspanning. Haal je het in één keer naar de keukentafel? Neem de tijd voor het ontbijt en als je iets nodig hebt, vraag aan Lief of hij dat voor je wil pakken. Hij doet het graag, hij is veel te blij dat je weer thuis bent. Hmm, heerlijk dit brood, veel lekkerder dan die kleffe boterhammen in het ziekenhuis.
Zo, voorzichtig opstaan en de trap oplopen. Ja, de fysiotherapeute heeft daar voor gewaarschuwd: trap op wordt het zwaarst. Héhé, even zitten op het krukje bovenaan de trap. Het staat er niet voor niets. Weer op adem? Kom, naar de badkamer. Uitkleden, douchen, afdrogen... Niet gelijk verder. Eerst stoppen en zitten. Nu! Ja, dat valt niet mee, zoveel actie achterelkaar. Goed, waar staat de bodylotion? Blijf zitten, insmeren kun je ook zittend doen. Dan weer even bijkomen. Naar de slaapkamer, ook aankleden kan goed zittend gebeuren.
Tjonge, nou, het ochtendritueel zit er op. Ik lijk wel een 90 plusser. Maar het gaat al stukken beter dan toen ik amechtig naar lucht happend met de ambulance naar het ziekenhuis werd gebracht. Toen kon ik nog geen twee zinnen achter elkaar uitspreken zonder buiten adem te raken. De diagnose was snel gesteld: longembolieën in beide longen. Zuurstoftoediening deed wonderen. Bijvangst van de kanker, komt zelden voor. Nu preventief aan de antistollingsmedicijnen. Het opruimen van de embolieën moet mijn lijf zelf doen. Letterlijk en figuurlijk kom ik weer op adem.
Had ik dit aan kunnen zien komen? Nee. Ja.
Het begon ergens in november met een zeurende pijn in mijn linker been. Het leek zenuwpijn, ik voelde een lijn lopen van bil, bovenbeen, onderbeen naar grote teen. Ik heb eerder een vergelijkbare klacht gehad en die ging vanzelf over. En inderdaad, de zeurende pijn verdween na verloop van tijd. Daarvoor in de plaats kwam een klemmend gevoel in mijn onderbeen, alsof een te strakke zwachtel om mijn kuit zat. Ook dit verdween na een aantal dagen. Wel bleef het scheenbeen gevoelig alsof er een reuze bloeduitstorting zat.
Pas toen ik weken later zag dat mijn linker been dikker was dan mijn rechter, bedacht ik dat ik er naar moest laten kijken. Het kwam goed uit dat ik vijf dagen later een controle afspraak had bij dokter P. Zolang zou ik het wel uithouden, dacht ik. Ieder gevoel van urgentie ontbrak.
Achteraf gezien kan ik, met de informatie van nu, die vage klachten duiden en begrijp ik dat het geen losstaande klachten waren maar dat ze met elkaar te maken hadden. Ik bleek een trombose been te hebben dat tot longembolieën heeft geleid. 
‘Je kunt altijd contact met mij opnemen’, zegt de huisarts. Maar uit ervaring weet ik dat haar assistente daar anders over denkt.
‘Als je erge pijn hebt, altijd contact opnemen met het ziekenhuis’, zegt dokter P. Maar de pijn was niet heftig, het zeurde een beetje en ging ook weer over.
Ik blijf het lastig vinden te bepalen wanneer ik aan de bel moet trekken, zeker met van die vage klachten. Voor de zoveelste keer neem ik mij voor dit in het vervolg in een eerder stadium te doen. Heb ik toch nog een goed voornemen voor 2024!