

Schrijven als medicijn…
Als meisje schreef ik graag verhalen. Ik won een keer een landelijke opstelwedstrijd met een verhaal over onze kat. Met pen en papier in de weer, mijn fantasie op hol, alleen in mijn eigen wereld.
Op de middelbare school was het de schoolkrant en op de Academie voor Journalistiek koos ik de richting Schrijvende Pers. Pen en papier werden ingeruild voor een elektrische typemachine en een pc, waar menig kolom mee werd gevuld. Via de journalistiek kwam ik terecht in het communicatievak en ook daar kon ik dagelijks aan de slag met tekst. Speeches, nieuwsbrieven, persberichten, folders, communicatieplannen, websites, filmscripts; het is allemaal voorbij gekomen, vaak in een razend tempo. Maar in augustus 2020 ging de noodrem erop. De verdikking in mijn linkerborst en het knobbeltje in mijn oksel bleken kwaadaardig. Her2-positief. Waar de oncologisch chirurg eerst nog optimistisch was (we kunnen dit genezen), stelde hij na de MRI- en de PET-scan zijn diagnose bij. Uitzaaiingen naar de lymfeklieren, lever en rug. We gaan proberen er een chronische ziekte van te maken, vertelde hij.
Boem. Die uitslag kwam keihard aan. Ik was 47. Hoe kon dit nou gebeuren? De eerste maanden kreeg ik chemotherapie in combinatie met immuuntherapie en hormoontherapie. Gelukkig sloeg de combinatie heel goed aan. De chemo stopte in maart 2021; de rest van de behandeling gaat nu door als onderhoudsmedicatie. En ik pak het leven met beide handen aan, met inmiddels een hoop ervaringen rijker (een lieve Labrador gekregen, piano gekocht, begonnen aan een opleiding, alleen op retraite geweest, gezond leren koken, mooie tripjes gemaakt met het gezin en vriendinnen). Maar af en toe zijn er ook flashbacks. En die zet ik op papier.