Daarom
"Waarom? Hebben wij die handen en die armen. Om als het koud wordt rond het hart, elkaar te warmen.” Een gedichtje van Toon Hermans die mijn opa Wilts ooit in mijn poëziealbum schreef. Ze hadden gelijk. Hermans door dit te dichten. En mijn opa door het mij mee te geven, deze maand is het tien jaar geleden dat mijn zorgzame opa overleed.
Door dit gedicht denk ik aan de hand van de verpleegster die de mijne vasthield tijdens de beenmergpunctie vorig jaar. Het enige onderzoek dat echt erg zeer deed. Fijn dat zij er toen was. Dan denk ik aan de arm om mij heen van de fysio, toen het mij een keer allemaal teveel werd tijdens de revalidatie. Of aan de handen van mijn masseuse die mijn gestresste lijf dan ontspanning bieden.
Dan waren er de handen die in het voorbijgaan mij heel even vastpakten. Zo zonder woorden, een simpel gebaar en dat kan zo goed doen. Net als omarmd worden door mensen die het goed met je voor hebben. Biddende handen. Of je nu wel of niet gelooft: het is speciaal als iemand laat weten dat hij voor je bidt. Of ik denk aan de inspirerende woorden van mijn psychologe waarover ik in een eerder blog schreef:”Maar lege handen kun je vullen.”
Helpende handen. Waar moet ik beginnen met bedanken van mensen voor alle praktische hulp tijdens mijn ziekte en de nasleep? Maar het allermeest associeer ik dit gedicht met het begin van mijn burn-out. Toen het bij mij steeds kouder en donkerder van binnen werd, hielden de handen en armen van mijn moeder mij warm. Daarom.
Verschenen mrt 2017 op www.roosachtigvanrosan.wordpress.com
2 reacties