Ik wil nog niet dood...
Na het vermoeden van een lymfoom in mijn lichaam ging er van veel door mij heen. Vooral angst en ongeloof. De angst om dood te gaan. Hoe lang had ik al met deze kanker gelopen? Was het uitgezaaid. Ik voelde opgezette klieren in mijn nek. Het moest wel uitgezaaid zijn.
Ongeloof, het kon toch niet zijn dat ik ziek was? Dat ik zo ziek was? Wanneer ik doodziek zou zijn dan zou ik dat toch wel voelen in mijn lijf?
Ontkenning. De artsen hebben niet goed naar me geluisterd, de symptomen hebben ze verkeerd geïnterpreteerd. Er moet iets anders zijn.
Kanker? Ik kan nu toch niet dood gaan? Ik heb net mijn leven weer een beetje op orde. Ik ben in mijn werk mijn hart aan het volgen, net een leuke man ontmoet.... En nu??
'Ik zat in de teamkamer te wachten tot Arnoud er was. Ik was helemaal alleen, ik voelde mij ook helemaal alleen. Niemand die door heeft dat ik hier zit. Ik voelde paniek in mij opkomen. De tranen liepen al sinds ik Arnoud had verteld dat ze dachten dat ik kanker had. Nu voelde ik dat ik zou gaan hyperventileren. Ik probeerde controle te krijgen op mijn huilen. Het ging steeds heftiger. Mijn hele lichaam schokte. Ik snakte naar lucht, naar zuurstof ................ik snakte naar steun, die arm om mijn schouder. Ik snakte naar het ontwaken uit deze boze droom.'
Ik zie mezelf nog in de 'huiskamer' staan. Arnoud was binnen 10 minuten in het ziekenhuis. We omhelsde elkaar, lang, heel lang. Ik vroeg hem hoe het nu verder moest. Ik was nog niet klaar om dood te gaan!
Ongeloof, het kon toch niet zijn dat ik ziek was? Dat ik zo ziek was? Wanneer ik doodziek zou zijn dan zou ik dat toch wel voelen in mijn lijf?
Ontkenning. De artsen hebben niet goed naar me geluisterd, de symptomen hebben ze verkeerd geïnterpreteerd. Er moet iets anders zijn.
Kanker? Ik kan nu toch niet dood gaan? Ik heb net mijn leven weer een beetje op orde. Ik ben in mijn werk mijn hart aan het volgen, net een leuke man ontmoet.... En nu??
'Ik zat in de teamkamer te wachten tot Arnoud er was. Ik was helemaal alleen, ik voelde mij ook helemaal alleen. Niemand die door heeft dat ik hier zit. Ik voelde paniek in mij opkomen. De tranen liepen al sinds ik Arnoud had verteld dat ze dachten dat ik kanker had. Nu voelde ik dat ik zou gaan hyperventileren. Ik probeerde controle te krijgen op mijn huilen. Het ging steeds heftiger. Mijn hele lichaam schokte. Ik snakte naar lucht, naar zuurstof ................ik snakte naar steun, die arm om mijn schouder. Ik snakte naar het ontwaken uit deze boze droom.'
Ik zie mezelf nog in de 'huiskamer' staan. Arnoud was binnen 10 minuten in het ziekenhuis. We omhelsde elkaar, lang, heel lang. Ik vroeg hem hoe het nu verder moest. Ik was nog niet klaar om dood te gaan!
----------------------------------------------
Voordat ik ziek werd was ik werkzaam als leiderschapscoach. Ik merkte in mijn eigen verwerkingsproces dat het lastig was juiste begeleiding te krijgen. Omdat ik voel dat ik andere (ex)kankerpatiënten kan helpen heb ik mijn praktijk omgegooid. Ik richt mij nu helemaal op coaching na kanker.
---------------------------------------------