Friemelbobbel

Ik lag op mijn rug naar het plafond te staren. Ik had een standaard ritueel voordat ik in slaap viel. De strepen van licht die van de ene kant van de slaapkamer naar het andere bewogen en het zachte geluid van de passerende auto’s die daarbij hoorde ervaarde ik als rustgevend. Ik schoof herhaaldelijk met mijn rechterbeen van rechts naar links, alsof ik mijn eigen been aaide met het matras. Een geïrriteerde “Hou eens op!” hoorde ik inmiddels voor de derde keer van links komen. Voor mij was dat geaai wellicht een prettige afleiding, maar voor mijn vrouw Lydia was het altijd een grote irritatie. Ik deed het niet expres, maar ik moest en moet nog altijd ergens mee bezig zijn. Zit ik stil, dan is gefriemel mijn tijdverdrijf. Omdat ik de toorn van Lydia vreesde (een niet zo bescheiden knietje) concentreerde ik mij op mijn handen. Ik krabde mijn borsthaar uit verveling en een spontane jeuk ontstond in mijn rechter oksel; Geen echte jeuk, maar de roep van een oksel om aandacht. Ik wreef met mijn vlakke hand over mijn oksel en werd herinnerd aan een oude vertrouwde friemelding: Een bobbel onder mijn oksel waar ik meerdere avonden mezelf een aantal minuten mee bezig kon houden. “Zeg schat, weet je nog dat bobbeltje waar ik het eerder over had?” Het was mijn vrouw een andere avond opgevallen dat ik een nieuwe afleiding had en ik had haar toen uitgelegd dat er een interessant bobbeltje onder mijn oksel zat; “Een bobbel? Moet je je geen zorgen maken?” Mijn reactie was toen onverschillig: “Het stelt vast niets voor.” “Ja… Wat is er met dat bobbeltje?” Het bobbeltje was nogal in volume toegenomen. Prima als friemelding, maar ik werd toch nieuwsgierig en misschien zelfs een beetje bezorgd met die golfbal onder mijn huid. Een knikker? Oké. Een golfbal? “Hij is nu best wel groot. Moet je voelen!”

Daar zat ik dan, in de wachtkamer bij de huisartsenpraktijk. Nadat mijn vrouw met tegenzin mijn oksel bevoeld had reageerde zij met een mix van afschuw, verwondering en verontwaardiging. “Je maakt morgenochtend gelijk een afspraak bij de huisarts!” “Zeker weten? Ik heb er verder geen last van hoor…” Wat volgde was een online zoektocht op haar mobiel naar medische oorzaken voor mijn okselbult. Zoeken naar oorzaken van onderhuidse bulten bleek op het internet vrij snel te leiden naar tumoren. “Kanker? Dat zal wel niet hoor…” “Vast niet, maar ga nou maar naar de huisarts om dat uit te sluiten.” We deden er wat lacherig over, al betrapte ik mijzelf erop af en toe een zenuwachtig lachje te laten ontsnappen. “Meneer Vogels?”. De Indiase accent was verrassend uitnodigend en warm als het land waar de eigenaar vermoedelijk vandaan kwam. Ik mocht de huisarts nu al. Mijn eigen huisarts was op vakantie, dus kreeg ik een vervanger. Ik zag er naar uit om te horen dat er niets aan de hand was en met hem te lachen om de resultaten van de bultenzoektocht van mijn vrouw en ik.