Gevolgen van jong in de overgang bij kanker

Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.

Naar colofon
Opslaan

Door de behandeling van kanker kun je al op jonge leeftijd overgangsklachten krijgen. Je kunt ook onvruchtbaar worden. Dat kan heftig zijn. 

Lees op deze pagina over:

Eerder of direct onvruchtbaar worden

Door sommige behandelingen tegen kanker kun je eerder in de overgang komen. Bijvoorbeeld niet op je 53e, maar op je 43e. Dan maken je eierstokken geen vrouwelijke hormonen meer aan. Hierdoor stoppen je menstruaties en word je onvruchtbaar.

Zijn je beide eierstokken verwijderd of bestraald, dan kom je meteen na de behandeling in de overgang. Je bent dan niet meer vruchtbaar.

Belangrijk: moet je nog beginnen aan je kankerbehandeling en heb je een kinderwens, bespreek dan met je arts of je een behandeling kunt krijgen om vruchtbaar te blijven (bijvoorbeeld eicellen invriezen). Dan heb je na je behandeling nog een kans om zwanger te worden via IVF. 

Lees meer over behandelingen om vruchtbaar te blijven.

Omgaan met verlies van vruchtbaarheid

Ben je niet meer vruchtbaar, dan kan dit als een groot verlies voelen. Ook als je geen kinderwens (meer) hebt, kan het voelen alsof er iets van je wordt afgenomen. Daar kun je het moeilijk mee hebben. 

Wat kun je doen?

  • Praat over je gevoelens met je partner, familie of vrienden. Of schrijf ze op.
  • Misschien vind je het fijn om met lotgenoten te praten. Lotgenoten vind je via de patiëntenorganisatie voor jouw ziekte, de lotgenotenzoeker op kanker.nl en Stichting Freya.
  • Je kunt je gevoelens ook bespreken met je (huis)arts of verpleegkundige, of met een verpleegkundig overgangsconsulent. Zij kunnen je ook doorsturen naar een seksuoloog, bijvoorbeeld.

Lees verder over omgaan met onvruchtbaarheid door kanker.

Veranderingen in je seksleven

Door de overgang maakt je lichaam minder geslachtshormonen aan. Ook kun je last hebben van pijn in je spieren en gewrichten, vermoeidheid en stemmingswisselingen. Je kunt daardoor minder zin hebben in seks. 

Ook kan je vagina droger en stugger worden. Daardoor duurt het misschien langer voordat je klaarkomt. Of voordat de penis van je sekspartner je vagina binnen kan komen.

Wat kun je doen?

  • Seks mag geen pijn doen. Neem de tijd om opgewonden te worden.
  • Zorg ook voor een prettige en ontspannen sfeer.
  • Praat met je partner over de seksuele veranderingen. Er is veel wat je samen kunt doen om het fijn te hebben.
  • Je kunt 2 tot 3 x per week een vaginale hydraterende gel of capsule gebruiken. Die koop je bij de drogist of apotheek of via internet. Eventueel kun je ook nog een glijmiddel gebruiken.
  • Vraag advies aan een verpleegkundig  overgangsconsulent.
  • Bespreek met je arts of hormonen in jouw situatie mogelijk zijn. Informeer ook naar de nadelen en risico’s van het slikken van (extra) hormonen.
  • Vraag je arts eventueel om een verwijzing naar een seksuoloog.

Lees ook: tips en adviezen bij minder zin in seks en tips en adviezen bij pijn bij het vrijen.

Meer lezen? Bekijk de informatie op sickandsex.nl en fijnvrijen.nl.

seksualiteit

Gevoelens en emoties

Eerder in de overgang komen, kan veel nare gevoelens oproepen: ongeloof, boosheid, verdriet, schaamte of jaloezie. 

Je lichaam is ineens oud. En dat gebeurde te vroeg. Daardoor kun je je ook ‘oud’ voelen. Het kost tijd om te leren daarmee om gaan.

Overgangsklachten ontstaan vrij snel tijdens de behandeling. Vaak heb je dan al een heftige behandeling achter de rug. Dat kan het extra zwaar maken.

Wat kun je doen?

  • Lichamelijk en psychisch gebeurt er van alles met je. Het kan helpen als je begrijpt waarom dat zo is. Vraag je gynaecoloog of verpleegkundig specialist om uitleg. Er zijn ook veel goede boeken en websites over de overgang.
  • Praat over je gevoelens en emoties met mensen die dicht bij je staan en met je (huis)arts, verpleegkundige of een verpleegkundig overgangsconsulent.
  • Het kan helpen om je gevoelens op te schrijven
  • Heb je veel last van overgangsklachten? Bespreek dan met je (huis)arts of daar iets tegen te doen is. Lees meer over de behandeling van overgangsklachten.

Problemen met werken door overgangsklachten

Heb je na de behandeling van kanker nog last van lichamelijke en/of psychische klachten? Dan lukt werken misschien niet zo goed als je zou willen. Heb je ook nog overgangsklachten, dan kan werken extra zwaar worden. Praat erover met je leidinggevende. En zoek hulp als dat nodig is, wacht daar niet te lang mee. Zo voorkom je oververmoeidheid of een burn-out.

Wat kun je doen?

  • Bespreek je situatie met je leidinggevende en/of de bedrijfsarts. Misschien kun je tijdelijk minder uren werken of minder zwaar werk doen.
  • Informeer je collega’s: als zij weten wat er speelt, kunnen ze daar rekening mee houden.
  • Je werkgever of jij kunnen ook advies vragen aan een bedrijfsarts consulent oncologie (baco). Dat is een bedrijfsarts met kennis van kanker. Die kan je een advies op maat geven.
  • Vraag eventueel advies aan een bureau dat gespecialiseerd is in de re-integratie van mensen met kanker.
  • Je kunt ook advies vragen van een verpleegkundig overgangsconsulent.
  • Je kunt je (huis)arts of verpleegkundig specialist vragen om een verwijzing naar een overgangspoli (menopauzepoli). Dat is een spreekuur in het ziekenhuis speciaal over de overgang.

Lees wat je nog meer kunt doen als werken na kanker niet goed (meer) lukt.

Jong in de overgang en sociale contacten

Als je al jong in de overgang komt, kun je jouw ervaringen niet met leeftijdsgenoten delen. Je vriendinnen zijn waarschijnlijk met heel andere dingen bezig. Jij zit ineens in een heel andere levensfase. Dat kan heel vervelend zijn. 

Wat kun je doen?

  • Het kan helpen om uit te leggen wat voor klachten je hebt, en welke invloed die klachten hebben op je dagelijkse leven. Vaak ontstaat er dan meer begrip, en houden mensen meer rekening met je.
  • Ga op zoek naar vrouwen die ook vroeg in de overgang zijn. Er zijn diverse (online) lotgenotengroepen. Ook via kanker.nl kun je lotgenoten vinden.
  • Praat erover met je arts, een verpleegkundig overgangsconsulent, een gynaecoloog of een psycholoog.

sociale contacten

Andere gevolgen van vroege overgang

Als je vroeg in de overgang komt, heeft dat ook andere gevolgen:

  • je hebt een grotere kans op botontkalking
  • je hebt een grotere kans op hart- en vaatziekten

Wat kun je doen?

Je kunt zelf een aantal dingen doen om de kans op botontkalking en hart- en vaatziekten te verminderen:

  • Leef gezond: beweeg voldoende, eet gezond, rook niet en drink geen alcohol. Zo maak je de kans op botontkalking en hart- en vaatziekten kleiner.
  • Vraag je (huis)arts of je eventueel extra hormonen kunt krijgen. 

Zoek op tijd professionele hulp

Heb je last van lichamelijke en/of psychische klachten, blijf er niet mee rondlopen. Er zijn verschillende zorgverleners die je kunnen helpen. 

Je kunt bijvoorbeeld een afspraak maken met een verpleegkundig overgangsconsulent. Die kan je een persoonlijk advies geven. Heb je een aanvullende zorgverzekering? Dan betaalt je zorgverzekeraar de kosten van een consult. Je hebt hiervoor geen verwijzing van je huisarts nodig.

Colofon

Met medewerking van:

foto-monique-brood-van-zanten

Drs. Monique Brood-van Zanten

Arts afd. gynaecologie, Antoni van Leeuwenhoek

illustratie-ervaringsdeskundigen-mensen

Jonge mensen die kanker hebben (gehad)

logo vvoc

Vereniging Verpleegkundig Overgangsconsulenten (VVOC)

Gemaakt door de redactie van kanker.nl

Laatste update: maart 2025