Operatie van een talgkliercarcinoom op of bij je ooglid

Meestal zit een talgkliercarcinoom op je ooglid alleen nog in de bovenste of buitenste laag van je huid. Je krijgt dan een kleine operatie. De arts haalt het knobbeltje of plekje weg. Je krijgt hiervoor een verdoving bij je oog. 

Vaak onderzoekt een patholoog de tumor meteen onder de microscoop. Is de tumor nog niet helemaal weg? Dan snijdt de arts een extra reepje weg. De patholoog onderzoekt dit ook weer meteen. En zo gaat dit verder tot er geen kanker meer in de randen zit. Op deze manier blijft de wond zo klein mogelijk. 

Soms gebeurt het onderzoek van tumorweefsel na de operatie. De patholoog stuurt de uitslag naar je arts.

Herstel van het ooglid (reconstructie)

Na de operatie sluit de arts de wond. Soms moet je ooglid hersteld worden. Dit gebeurt door een arts die ervaring heeft met hersteloperaties aan de oogleden. Die gebruikt daarvoor vaak een stukje weefsel en huid van jezelf. Bijvoorbeeld uit je andere ooglid of uit een plekje bij je oor.

De arts kan het oogslijmvlies op verschillende manieren herstellen: 
•    met slijmvlies uit je andere ooglid
•    met slijmvlies uit je lip of wang
•    met amnionvlies. Dit is weefsel van een donor 

Je arts bespreekt met je wat voor jou het beste is.

Heb je een groot talgkliercarcinoom bij je oog? Dan word je vaak geopereerd door een arts die hierin gespecialiseerd is. 

Na de operatie

Na de operatie krijg je soms een drukverband op je oog. Zo kan alles goed vastgroeien. Het drukverband hou je meestal 1 tot 7 dagen.

Heeft de arts de binnenkant van je bovenooglid gebruikt om je onderooglid te herstellen? Dan sluit de arts je oog een paar weken. De arts maakt dan je bovenooglid en onderooglid tijdelijk aan elkaar vast met een stukje weefsel en huid van jezelf. Zo kan je oog goed genezen. Hierna krijg je een kleine operatie om het oog weer te openen. 

Gevolgen van de operatie

De operatie kan gevolgen hebben voor hoe je oog of ooglid werkt:

• Na de operatie blijft er vaak een zichtbaar litteken achter op de huid van je ooglid. Soms kun je dan minder goed knipperen. En krijg je last van een droog oog.
• Soms sluit je ooglid minder goed. Meestal gaat het dan om het bovenooglid. Ook dan kun je last krijgen van een droog oog.
• Heb je een groot litteken? Dan kan je oog minder goed bewegen. Hierdoor kun je last krijgen van dubbel zien als je naar een bepaalde kant kijkt. Lees meer over dubbelzien in de informatie over oogkanker.
• Ligt de tumor dicht bij de traanwegen, dan kan een operatie je traanwegen beschadigen. Je kunt dan last krijgen van een tranend oog.
• Soms groeien er een paar wimpers tegen je oog. En krijg je krasjes op je hoornvlies. Dit kan pijn doen. Door de krasjes zie je minder goed, ben je gevoeliger voor licht en traant je oog meer.
• Soms wordt het hoornvlies troebeler. Je ziet dan minder scherp. Daar is niets aan te doen. Tenzij je bijna niets meer ziet. Dan kun je soms een hoornvliesoperatie krijgen. 

Controle na de operatie

De tumor kan terugkomen. Daarom blijf je na de behandeling onder controle in het ziekenhuis.

Oogslijmvlies zit rond je oog en aan de binnenkant van je oogleden. Het beschermt je oog. Ook zorgt het oogslijmvlies ervoor dat tijdens het knipperen traanvocht over je oog wordt verdeeld.

Groeit de tumor door in het oogslijmvlies? Dan doet een gespecialiseerde oogarts de operatie. Die haalt de tumor weg. En een deel van het slijmvlies. 

Soms moet de arts veel slijmvlies weghalen. De arts hecht dan tijdelijk een vlies over de plek waar het oogslijmvlies is weggehaald. Dit heet een amnionvlies. Dit komt van de vruchtzak die om baby’s heen zit. Een zwangere moeder kan dit vlies doneren na een keizersnede.

Het vlies ligt als een verband op de plek waar de arts het oogslijmvlies heeft weggehaald. Daarmee probeert de arts te voorkomen dat 2 wonden aan elkaar groeien. Ondertussen krijgt je oogslijmvlies de tijd om te genezen. 

Gevolgen van de operatie

De operatie kan gevolgen hebben voor hoe je ooglid en je oog werken. 

Droog oog
Door de operatie komen er kleine littekens in je oog. Daardoor kunnen deeltjes van je ogen een beetje aan elkaar vastkleven. Soms kun je dan minder goed knipperen met je oog. Je krijgt dan last van een droog oog. 

Klachten van een droog oog zijn: 

• branderig of stekend gevoel in je oog
• gevoel dat er zand of korrels in je ogen zitten
• minder scherp zien
• tranend oog
• je kunt je oog niet goed bewegen
• slijm en vuil dat uit je oog komt
• dubbelzien, omdat je oog en ooglid aan elkaar vastgroeien

De arts kan je oogdruppels (kunsttranen) of een gel geven. Die kun je overdag zo vaak gebruiken als je wilt. Voor de nacht kun je een ooggel of oogzalf gebruiken.

Heb je erge klachten? Dan kan de arts het traanbuisje afsluiten met een siliconen-plugje. Zo blijft er meer traanvocht achter in je oog. En houdt je oog het traanvocht langer vast. 

Krasjes op je hoornvlies
Is de ooglidrand onregelmatig geworden door de operatie? Dan kunnen er wimpers tegen je oog aan groeien. Er komen dan ook krasjes op het hoornvlies. Dit kan pijn doen. En door de krasjes zie je minder goed, ben je gevoeliger voor licht en traant je oog meer.

Nabehandeling met chemotherapie

Soms zit kankercellen op meer plekken in het slijmvlies. Je krijgt dan na de operatie een behandeling met chemo-druppels. Het doel is om zo alle kankercellen weg te krijgen.

Een tumor van je ooglid kan doorgroeien in je oogkas. 

Soms kan de arts de tumor weghalen en je oog laten zitten. Maar vaak is het nodig om je hele oogkas leeg te halen. De arts haalt dan je oog weg. Met spieren eromheen. En vaak ook de oogleden. Deze grote en ingrijpende operatie heet een exenteratie. 

Soms kan de arts niet alles van de tumor weghalen. Dan krijg je na de operatie bestraling om kankercellen die er nog zitten te doden. 

Na de operatie kun je een gelaatsprothese krijgen. Dit is een kunstoog, met een extra stuk gezicht eraan. Je krijgt dit om een beschadiging in je gezicht op te vullen. Of minder op te laten vallen. Vaak vult een plastisch chirurg dan eerst je oogkas op. Daarna maakt een prothesemaker voor jou een prothese. De prothesemaker stemt de vorm en kleur van de prothese af op je gezicht.

Gevolgen van de operatie

Na de operatie kun je nog maar zien met 1 oog. Je ziet dan minder goed diepte. Ook afstanden inschatten kan lastig zijn. Op de website van Vereniging OOG in OOG lees je informatie en tips om hiermee om te gaan.

Heb je moeite met de verandering aan je uiterlijk (je gezicht)? Lees tips voor omgaan met veranderingen aan je uiterlijk.

Heel soms groeit de tumor door buiten je oogkas. Naar je neus of hersenen. Dan krijg je een grotere operatie, soms met bestraling. Kan of wil je geen operatie, dan krijg je alleen bestraling. De arts bespreekt dit met je.

Gevolgen van de operatie

Na de operatie kun je nog maar zien met 1 oog. Je ziet dan minder goed diepte. Ook afstanden inschatten kan lastig zijn. Op de website van Vereniging OOG in OOG lees je informatie en tips om hiermee om te gaan

Heb je moeite met de verandering aan je uiterlijk (je gezicht)? Lees tips voor omgaan met veranderingen aan je uiterlijk.