Gynaecologisch onderzoek bij baarmoederkanker

Ben je doorverwezen naar de gynaecoloog? Dan krijg je eerst een gynaecologisch onderzoek. Om te kijken of je baarmoederkanker hebt.

Het onderzoek bestaat meestal uit de volgende onderdelen:

• inwendig onderzoek (speculumonderzoek) en uitstrijkje
• vaginaal toucher
• rectaal-vaginaal toucher
• inwendige echo (vaginale echografie)
• micro-curettage

Tijdens deze onderzoeken lig je op een stoel met je benen omhoog in beensteunen. Of je ligt op een bed met een kussen onder je billen.

Zie je erg op tegen dit onderzoek? Bespreek dit dan van tevoren tegen de arts of verpleegkundige.

Inwendig onderzoek (speculumonderzoek) en uitstrijkje

Bij het inwendig onderzoek brengt de arts een eendenbek (speculum) in de vagina. Zo kan de arts de baarmoederhals en de vagina goed bekijken en een uitstrijkje van de baarmoederhals maken.

De arts haalt met een speciaal borsteltje cellen van de baarmoedermond weg (uitstrijkje). De arts doet de cellen daarna in een potje met vloeistof. Het uitstrijkje gaat naar het laboratorium voor verder onderzoek.

Het onderzoek kan gevoelig zijn. Na het onderzoek kun je een beetje bloed verliezen.

Nadat de arts de eendenbek heeft weggehaald, brengt hij of zij een of twee vingers in je vagina. De arts legt de andere hand op je buik. Zo krijgt de arts een indruk van de ligging en de grootte van de organen in je buik. Zoals de baarmoeder, baarmoederhals en eierstokken.

Dit onderzoek heet het vaginaal toucher. Het doet meestal geen pijn, maar kan wel gevoelig zijn.

Rectaal-vaginaal toucher

Soms brengt de arts een vinger via de anus (poepgat) in je endeldarm en tegelijk een vinger in je vagina. Zo voelt de arts hoe groot de tumor is.

Ook kan de arts voelen of de kanker in de bindweefselbanden van de baarmoeder zit.

De arts onderzoekt ook of de endeldarm normaal aanvoelt. De endeldarm is het laatste stukje van de dikke darm, vlak voor de darm eindigt in de anus.

Dit onderzoek heet het rectaal-vaginaal toucher. Veel vrouwen ervaren dit als een vervelend onderzoek.

Vaginale echografie (inwendige echo)

De gynaecoloog maakt meestal ook een vaginale echo. Dit is een onderzoek met geluidsgolven.

Het echo-apparaatje is een soort staafje. Er gaat eerst wat glijmiddel op. Daarna brengt de arts het staafje in je vagina. Op een beeldscherm kan de arts de baarmoeder, de eierstokken, het baarmoederslijmvlies en de spierlaag van de baarmoeder zien en beoordelen.

Het onderzoek duurt ongeveer 5 tot 10 minuten. De meeste vrouwen vinden dit onderzoek niet pijnlijk, maar wel ongemakkelijk.

Micro-curettage

Uit de vaginale echo kan blijken dat het slijmvlies van je baarmoeder dikker is dan normaal. Dan kan de arts besluiten een micro-curettage te doen.

Bij een micro-curettage neemt de arts wat baarmoederslijmvlies weg met een soort lepeltje. Een patholoog onderzoekt het weggenomen weefsel onder de microscoop en doet soms al het moleculaire onderzoek.

Met de uitslag kan de arts meestal definitief vaststellen of je baarmoederkanker hebt. Heb je baarmoederkanker, dan weet de arts ook om welke type het gaat. Soms is zelfs het moleculaire subtype al duidelijk.