DNA-onderzoek bij longkanker

Heb je niet-kleincellige longkanker met uitzaaiingen? Dan onderzoekt je arts het DNA van de kankercellen. Met de uitslag van dit onderzoek bepaalt de arts welke behandeling voor jou het beste is.

Lees op deze pagina over:

• Waarom DNA-onderzoek bij longkanker?
• Hoe gaat DNA-onderzoek bij longkanker?
• DNA-afwijkingen bij longkanker
• Uitslag van het DNA-onderzoek bij longkanker

Waarom DNA-onderzoek bij longkanker?

Longkanker ontstaat door afwijkingen in je DNA. Door die afwijkingen kan de kanker blijven groeien. Zo’n afwijking heet een mutatie.

Voor een klein deel van deze DNA-afwijkingen zijn medicijnen. Die heten doelgerichte therapie. De medicijnen remmen de groei van de uitzaaiingen. Je kunt dan langer leven met de ziekte. Daarom is het belangrijk te weten of je zo’n DNA-afwijking hebt.

Het DNA-onderzoek gebeurt in een laboratorium. Een arts die veel weet van DNA onderzoekt daar de kankercellen.

Afwijkingen die het meest voorkomen bij niet-kleincellige longkanker zijn afwijkingen in het EGFR-gen en in het KRAS-gen. Een gen is een stukje van je DNA.

De arts laat ook andere genen onderzoeken.

Uitslag van het DNA-onderzoek bij longkanker

De uitslag van het onderzoek kan zijn dat je de EGRF-afwijking hebt. Of een andere afwijking waar medicijnen voor zijn. Dan krijg je de doelgerichte medicijnen: tabletten die je slikt.

Lees verder over doelgerichte therapie bij longkanker. 

Heb je een DNA-afwijking waar nog geen doelgericht medicijn voor is, zoals KEAP1? Dan bespreekt de arts met je welke behandeling je wel kunt krijgen.