Adenoïd cysteus carcinoom (ACC)
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonEen adenoïd cysteus carcinoom (ACC) van de borst is een zeldzame vorm van borstkanker. Nog geen 1 op de 100 vrouwen met borstkanker heeft een adenoïd cysteus carcinoom. ACC groeit vaak langzaam en zaait niet snel uit.
Lees op deze pagina over:
- Wat is een adenoïd cysteus carcinoom?
- Vooruitzichten van adenoïd cysteus carcinoom
- Symptomen van een adenoïd cysteus carcinoom
- Uitzaaiingen van een adenoïd cysteus carcinoom
- De uitslag: adenoïd cysteus carcinoom
- Behandeling van een adenoïd cysteus carcinoom
Wat is een adenoïd cysteus carcinoom?
Een adenoïd cysteus carcinoom is een kwaadaardige tumor in de borst. Een adenoïd cysteus carcinoom ontstaat in de melkbuisjes van de borst.
De tumor ontstaat uit adenocellen (kliercellen) in de borst. Dit zijn cellen die melk maken als je borstvoeding geeft. In de tumor zelf zitten vaak kleine cysten. Dat zijn holtes gevuld met vocht.
Vooruitzichten van adenoïd cysteus carcinoom
Met je arts kun je bespreken wat in jouw situatie de vooruitzichten zijn.
De vooruitzichten voor vrouwen met een adenoïd cysteus carcinoom hangen vooral al van:
- het stadium van de ziekte als je de diagnose krijgt
- de kenmerken van de tumor
- je leeftijd en conditie
De vooruitzichten zijn vaak goed. Dat komt omdat een adenoïd cysteus carcinoom vaak langzaam groeit en niet snel uitzaait.
Symptomen van een adenoïd cysteus carcinoom
De eerste klacht van adenoïd cysteus carcinoom is een stevige, pijnlijke knobbel in de borst. Je kunt die door je huid heen voelen.
Uitzaaiingen van een adenoïd cysteus carcinoom
Al gebeurt het niet snel: een adenoïd cysteus carcinoom kan uitzaaien. Bij uitzaaiingen komen kankercellen ook op andere plekken in het lichaam terecht. Een ander woord voor uitzaaiing is metastase.
Als adenoïd cysteus carcinoom uitzaait, is dat meestal naar lymfeklieren in de buurt van de borst.
De uitslag: een adenoïd cysteus carcinoom
Bij klachten zoals een knobbeltje in je borst stuurt de huisarts je door naar het ziekenhuis. Daar krijg je onderzoeken. Dat is bijna altijd een mammografie (borstfoto) en een echo.
Meestal krijg je ook een biopsie. Bij een biopsie neemt de arts een beetje weefsel weg uit de borst (biopt). Dat weggenomen weefsel wordt onderzocht. Daarna hoor je de diagnose.
Met de uitslag van de biopsie kan de arts ook zeggen of de tumor gevoelig is voor hormonen en/of HER2-positief is. Dit is belangrijk voor je behandeling en vooruitzichten. HER-2 is een eiwit dat de groei en deling van cellen regelt in de borst.
Na de diagnose adenoïd cysteus carcinoom krijg je vaak meer onderzoeken. Die zijn er om te kijken hoever de tumor is doorgegroeid. En of er toch uitzaaiingen zijn. Meestal krijg je dan een MRI-scan en een CT-scan.
Soms krijg je ook nog een schildwachtklier-onderzoek om te kijken of je uitzaaiingen hebt in de lymfeklieren rond je borst.
Behandeling van een adenoïd cysteus carcinoom
De arts bespreekt met je wat in jouw situatie de beste optie is.
Welke behandeling(en) je krijgt, hangt af van:
- het stadium van de borstkanker
- de kenmerken van de tumor
- je leeftijd en conditie
- je eigen wensen en voorkeuren
Operatie
Je krijgt meestal een operatie. Het hangt van de plek en de grootte van de tumor af wat voor operatie je krijgt: een borstsparende operatie of een borstamputatie.
Bestraling
Na een borstsparende operatie adviseert de arts vaak nog bestraling van de borst. Dit is om kankercellen kapot te maken die misschien zijn achtergebleven. De bestraling verkleint de kans dat de kanker terugkomt. Lees meer over bestraling bij borstkanker.
Bij uitzaaiingen in de lymfeklieren rond je borst krijg je meestal bestraling op de lymfeklieren.
Doelgerichte therapie
Soms is de tumor HER2-positief. Dan kan de arts een behandeling met doelgerichte therapie adviseren. Je krijgt dan medicijnen die heel gericht werken tegen de kankercellen. Lees meer over doelgerichte therapie bij borstkanker.
Anti-hormonale therapie
Soms is de tumor hormoongevoelig. Dat betekent dat de tumor groeit door hormonen: oestrogeen en/of progesteron. Dan adviseert de arts meestal antihormoontherapie om de kans kleiner te maken dat de ziekte terugkomt. Je krijgt dan medicijnen waardoor je deze hormonen minder aanmaakt. Of dat hun invloed op de kankercellen minder groot wordt.
Lees meer over anti-hormonale therapie bij borstkanker.