Mijn broer of zus heeft kanker

Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.

Naar colofon
Opslaan

Als je broer of zus kanker krijgt, heeft dat ook impact op jou. Je voelt je misschien boos, verdrietig of machteloos. Of je bent bang om je broer of zus te verliezen. Lees wat jou misschien kan helpen.

Deze pagina is gemaakt speciaal voor naasten van mensen met kanker onder de 40 jaar (AYA’s).


Lees op deze pagina over:

En over:

Je gevoelens en emoties als broer of zus

De ziekte van je broer of zus zal je raken. Je vraagt je af of het allemaal wel goedkomt en hoe de toekomst eruit komt te zien. Ook voel je je misschien boos, verdrietig of machteloos. Of je bent bang om je broer of zus te verliezen.

Maak je je veel zorgen? Dan heb je misschien last van stressklachten, kun je je moeilijk concentreren op je werk of studie, of slaap je slecht.

Eenzaam gevoel
Misschien probeer je sterk te zijn voor je ouders, omdat je ze niet wilt belasten. Je denkt dat ze al genoeg zorgen hebben. Dus vertel je maar niet dat het met jou ook niet zo goed gaat. Dat kan een eenzaam gevoel geven.

Misschien ben je ook wel gefrustreerd dat alle aandacht (logischerwijs) nu naar je zieke broer/zus gaat. En voel je je schuldig dat je die gedachte hebt. Ook dat kan zorgen voor een eenzaam gevoel.

Schuldgevoel
Het kan ook zijn dat je je schuldig voelt omdat jij gezond bent en allerlei leuke dingen kunt doen. Daardoor heb je misschien minder plezier in dingen of geniet je er minder van. Of vind je het moeilijker om ze te delen.

Een groot life event, zoals een bruiloft of zwangerschap, met je zieke broer of zus delen kan ook moeilijk zijn. Dat is begrijpelijk, want je vindt het misschien confronterend voor hem of haar. En je bent bang dat hij of zij zich daardoor nog meer patiënt voelt.

Wat kun je doen?

  • Praat erover met je zieke broer of zus. Doe dat op een rustig moment als jullie met z’n tweeën zijn. En check eerst of je broer of zus openstaat voor zo’n gesprek. Tip: vertel iets over je gevoelens, maar houd het bij jezelf. Zeg bijvoorbeeld: “Jouw ziekte doet ook veel met mij. Ik voel me verdrietig en soms voel ik me ook schuldig.” Of: “Ik durf eigenlijk niet goed over de leuke dingen in mijn leven te vertellen.”
  • Praat over je gevoelens met je ouders, je andere broers of zussen, familie of vrienden. Misschien weten ze niet dat het voor jou ook moeilijk is. En zijn ze blij dat je dat eerlijk vertelt. Een gesprek lucht vaak op en kan leiden tot meer begrip.
  • Je kunt je gevoelens ook opschrijven, bijvoorbeeld in een dagboek of blog. Begin bijvoorbeeld een blog op kanker.nl.
  • Breng je studiedecaan of leidinggevende op de hoogte van wat er speelt. Het is heel begrijpelijk dat de situatie met je broer of zus invloed heeft op je studie en/of werkprestaties. Vraag ook of het ergens wordt genoteerd. Dan hoef je niet iedere keer opnieuw je verhaal te doen.
  • Heb je veel last van stressklachten, maak dan een afspraak met je huisarts. Die kan je voor een paar gesprekken verwijzen naar de praktijkondersteuner geestelijke gezondheidszorg (poh-ggz).

Je zieke broer of zus steunen

Misschien weet je niet altijd hoe je je broer of zus het beste kunt steunen. Er kunnen momenten zijn dat je je machteloos voelt. Dat is begrijpelijk. Als naaste kun je soms alleen maar toekijken of luisteren.

Je zieke broer of zus steunen kan lastig zijn als je zelf een druk leven hebt. Je moet je aandacht verdelen tussen bijvoorbeeld je studie, werk, je partner, je gezin en je zieke broer of zus. Dat kost veel energie en kan stressvol zijn.

Het kan ook zijn dat je geen ruimte voelt om je broer of zus te steunen. Bijvoorbeeld omdat je zelf met dingen worstelt. Dat je er niet altijd voor de ander kunt zijn, is begrijpelijk.

Misschien heb je het gevoel dat je je broer of zus zoveel mogelijk moet sparen. En dat je bijvoorbeeld beter geen kritiek mag uiten.

Tips

  • Vraag regelmatig aan je broer of zus waar hij of zij behoefte aan heeft. Is dat praktische hulp, emotionele steun of iets anders? Dat kan per dag wisselen.
  • Leg de lat voor jezelf niet te hoog. Je kunt de pijn of angst van de ander niet wegnemen. Maar je kunt er wel voor je broer of zus zijn.
  • Misschien wil je meer betrokken worden. Of wil je meer weten over de ziekte of behandeling van je broer of zus. Vraag aan je broer/zus of je een keer mee mag naar een afspraak in het ziekenhuis. Artsen vinden dit meestal geen probleem.
  • Blijf jezelf en doe wat goed voelt.

Houden jij en je broer/zus van een beetje avontuur? Misschien is samen leren kitesurfen bij de Kite4Life Foundation iets voor jullie. Een mooie manier om weer iets positiefs samen te beleven.

Sterkere band met je broer of zus

De ziekte kan ook mooie dingen met zich meebrengen. De band met je zus(sen) of broer(s) kan sterker worden. Misschien zien jullie van elkaar een kant die je nog niet eerder had gezien. Of leer je elkaar beter kennen. Jullie relatie kan zich ook verdiepen, omdat je over andere onderwerpen gaat praten dan je gewend bent.

Als je familie minder tijd voor je heeft

Misschien hebben je ouders en andere familieleden vooral aandacht voor je zieke broer of zus. Of zijn ze zoveel bezig met de ziekte dat ze minder tijd voor jou hebben. Dat lijkt logisch, maar het kan jou het gevoel geven dat je niet gezien of gehoord wordt. 

Het kan helpen om hier een keer met je familie over te praten. Probeer te vertellen wat je ziet en merkt, en wat het met je doet.

Begrijpen ze het niet, of wil je ze er niet mee belasten? Praat dan met een ander familielid, vrienden of met iemand anders die je vertrouwt. Je kunt je huisarts ook vragen om een verwijzing naar een maatschappelijk werker of psycholoog.

Omgaan met de vraag: ‘Hoe gaat het met je broer/zus?’

Het kan gebeuren dat mensen om je heen vragen hoe het met je zieke broer of zus gaat. En dat ze daarbij vergeten te vragen hoe het met jou gaat. Dat kan vervelend voelen, omdat jij misschien ook met zorgen rondloopt maar dat niet durft uit te spreken. Ook kan het moeilijk zijn om voor je broer of zus te praten. Want jij beleeft het anders dan je broer of zus.

Tip: vraag aan je zieke broer of zus wat je wel en niet aan anderen mag vertellen. Je kunt ook afspreken dat je het heel kort houdt, bijvoorbeeld “Het is een moeilijke periode, hij/zij voelt zich afwisselend goed en minder goed. Maar als je meer wilt weten kun je dat beter aan hem/haar zelf vragen.”

Erfelijke aanleg voor kanker

Heeft je broer of zus kanker gekregen door een erfelijke aanleg? Dan kan dat allerlei gevoelens oproepen bij jou. Misschien ben je bang dat je de ziekte ook krijgt.

Bespreek het open en eerlijk met elkaar. Alle gevoelens mogen er zijn.

Is nog niet duidelijk of je ook een erfelijke aanleg voor kanker hebt? Dan kun je erfelijkheidsonderzoek laten doen. Misschien wil je juist niet weten of je erfelijk belast bent. Dat is je goed recht.

Ervaringen delen met andere broers/zussen van iemand met kanker

Andere broers of zussen van iemand met kanker begrijpen vaak als geen ander wat je doormaakt. Ze kunnen je steun en tips geven.

Je kunt ze ontmoeten via:

Hulp voor jou als broer of zus van iemand met kanker

Vaak gaat alle aandacht naar degene die kanker heeft. Maar als naaste kun je ook behoefte hebben aan hulp. Bijvoorbeeld bij omgaan met gevoelens en emoties.

Lees meer over hulp voor jou als naaste van iemand met kanker.

Colofon

Met medewerking van:

illustratie-ervaringsdeskundigen-mensen

Jonge mensen die kanker hebben (gehad)

Foto Milou Reuvers

Milou Reuvers

PhD Student, NKI

Linkedin

Foto Sander Muntz

Sander Muntz

Maatschappelijk werker bij LUMC en docent bij Hogeschool Leiden

Linkedin

Logo stichting jongeren en kanker

Stichting Jongeren en Kanker

Gemaakt door de redactie van kanker.nl

Laatste update: april 2024